En Plein Air schilderen?
Tekenmateriaal
Om een eerste compositie voor je schilderij te maken, heb je de volgende schets- en tekenspullen nodig: een schetsboekje, potloden, een kneedgum, een puntenslijper en houtskool.
Kwasten
De keuze voor penselen en kwasten is natuurlijk voor iedereen persoonlijk. Platte kwasten van varkenshaar in verschillende breedtes hebben de voorkeur. Kleine, ronde penselen zijn handig voor details.
Je kunt kiezen voor linnen of multiplex, zolang ze voorbereid zijn met (3 laags) Gesso. Heb je weinig ervaring, dan zou ik aanraden niet meteen te groot te werken. Hou het overzichtelijk, tot maximaal 40x50 cm.
Palet
Een houten palet heeft de voorkeur omdat een afscheurpalet van papier problemen kan geven bij (harde) wind. En vergeet niet een oude doek of t-shirt mee te nemen om je kwasten aan af te vegen.
Veldezel of kistezel
Het is het prettigst om met een koffer- of kistezel te werken. Er zijn prachtige kistezels van Mabef beschikbaar, maar die kosten ook wat en zijn best gewichtig om langere tijd te dragen. Je kunt ook eerst eens proberen te werken met een voordelige, lichtgewicht driepoot veldezel. Dan is het wel handig om een krukje mee te nemen dat als tafeltje kan dienen.
Of je nog werkt met acryl, olieverf of anders, meerdere kunstenaars raden de volgende kleuren aan om plein air mee te schilderen: titaanwit, ultramarijn, gebrande sienna, gele oker, cadmiumrood of Scheveningen rood, cadmiumgeel, sèvre blauw en gebrande omber.
Het eerste wat je doet is aandachtig rondkijken en op zoek gaan naar een interessant kader voor jouw werk. Welk perspectief kies je? Ga je voor een 2 of 3 punts perspectief? Waar plaats je de horizon in je compositie? Hoog met veel landschap? Of laag met veel lucht? Wat wordt je onderwerp? Allemaal overwegingen die bepalen waar jij je ezel precies gaat plaatsen. Een meter naar rechts of links uitwijken kan al een enorm verschil in je compositie als gevolg hebben. Is het kader en onderwerp bepaald? Je maakt dan altijd eerst een schets met potlood, in je schetsboek. (Gum en puntenslijper mee dus!) Veel beginnende kunstenaars zijn geneigd deze stap van schetsen over te slaan omdat ze graag direct met hun kwasten aan de slag gaan. Actie! Maar neem van mij aan, het maken van een schets is juist een cruciale stap om je compositie te bedenken, plaatsing van het onderwerp te bepalen en grip te krijgen op hetgeen je wil gaan vastleggen. Immers, hoe vaker je iets hebt getekend, hoe meer het ‘eigen’ wordt en daardoor beter te vangen op je doek.
Hou je schets simpel en focus op de grote vormen, vlakken en lijnen. Zorg voor een potlood waarmee voldoende licht/donker contrast is aan te geven. Alles om te kijken hoe de grote vlakken in toonwaarden van licht en donker met elkaar samenwerken. Neem dus je tijd voor een goede schets, want deze zal leidend zijn voor het opzetten van je doek.
Nu de houtskoolschets op ons doek staat, gaan we pas echt met verf aan de slag. We gebruiken echter een beperkt palet:
- Titaan wit
Zonder je meteen te verliezen in het hele spectrum aan kleuren. Voegen we voorlopig maar 1 kleur toe; De gele oker. Met deze kleur gaan de mogelijkheden namelijk al enorm toe. Immers, de ultramarijn gemengd met oker geeft al ruimte voor groentinten. Meng je kleuren zorgvuldig en probeer de nuances van het natuurlijke licht te vangen.
Het licht verandert snel, vooral buiten. Werk wat sneller dan je thuis gewend bent, om de sfeer en lichtinval vast te leggen voordat deze teveel verandert.
Gebruik kleinere penselen om details en texturen toe te voegen.
Breng de laatste details aan om je schilderij af te maken. Denk aan highlights, schaduwen en fijne lijnen.
Let op hoe het licht reflecteert op verschillende oppervlakken en hoe schaduwen vallen. Deze elementen geven je schilderij diepte en realisme.
Probeer de beweging van water, bladeren in de wind of wolken vast te leggen om dynamiek toe te voegen aan je werk.
Bekijk en lees meer over dit prille schilder avontuur.